Geboren te Berghem circa 1660. Zij overleed na 4 mei 1724.
Na de ondertrouw op 15 mei 1681 huwde zij op 24 mei 1681 te Wychen met Jan Petersz MICHIELEN, zoon van Peter Michielen. Hij overleed tussen 28 februari en 4 april 1723.
Jan Peters als momber van de onmondige kinderen van zijn broer Jan Peters, geeft 28-12-1696 toestemming aan Michiel Peters en Willemken Goosens echtelieden en Marie Derricx wed. Jan Peters om een akker bouwland groot 2 hond onder Wijchen voor 50 gld te verkopen aan Lamert Lamersen en Jeuxken Geurts echtelieden .
Jan Peters en Jenneken Hoest echtelieden en Derck Tijssen noe uxoris Geertruid Janssen hebben 6-5-1715 diverse obligaties (in de acte gespecificeerd) die zij onder het kerspel van Wijchen en voorts in het Rijk van Nijmegen bezitten "tot een pand der minne overgegeven" aan Johanna Maria Pieters weduwe en boedelhoudster van wijlen de controleur Johan Singendonck volgens 's Hoves sententie in dato 12-12-1714" om een schuld van 497 gulden te voldoen .
Blijkbaar heeft het echtpaar financiële problemen want vervolgens bekennen zij 2-10-1715 ten overstaan van erfpachters Johan Singerdonck en F.H.Rens op 17-9-1715 wegens geleende en hun verstrekte penningen schuldig te zijn aan Juffr. Maria van Salingen een kapitale som van 600 gld. Zij stellen tot onderpand: huis met annexen hof palende Z Jan van Gemert, W en N Jan Hermens erve, O de straat, nog een morgen bouwland, palende N Willem van Druten W. niet ingevuld, Z Aerd Herberts en O niet ingevuld. item nog een en een halve morgen waarnevens Gerritje Centen aan de ene kant, en de weduwe van de schout Arien van Leeuwen ter andere zijde aangelegen en geland is, mitsgaders huis met annex hof en land "den Elst" genaamd .
In een acte van "Peijnding" van 28-2-1723 is te lezen: "Jan Peters Michelen wordt op 15-6-1719 met de burggraaf Jacob van Randwijk oorkond gerichtsheren van Leeuwen en Rens in zijn gerede en ongerede goederen tot Wijchen, in specie in huis en hofstad met hof en bijbehorend bouwland groot in 't geheel omtrent een morgen en dan nog in twee akkers bouwland groot omtrent een morgen met pijnding aangesproken als breder bij 't dagelijks signaat. Quo relatio" .
Jan Peters Michelen is 7-4-1723 overleden en er zijn schulden die zijn weduwe, Jenneke Hoes of Roelof, niet kan voldoen. De schulden bestaan uit 350 gld. van een obligatie gedateerd 3-7-1690 aan de provisoren van 't oude Borgeren Gasthuis der stad Nijmegen. Door verwin van 23-12-1719 en 3-1-1720 zijn zij eigenaar geworden van het huis en hofstad met hof en bijbehorend bouwland omtrent 1 morgen en nog 2 akkers bouwland omtrent 1 morgen gelegen tot Wijchen, die nog door de weduwe bezeten wordt. Overzicht kosten gemaakt door het gasthuis; hier is opgenomen: "met de zoon van Jan Michelen en naderhand met de vrouw van Jan Michelen een vacatie over de goederen te verkopen 1-10-0". Er is een stuk gedateerd maart 1723 waarin staat de boedel van Jan Michelen. Juffr. Maria van Salingen is creditrice. Het goed heet "den Heiligen Stoel" .
Jenneken Hoes, wed. Jan Peters Miechelen heeft op 4-5-1724 aan juffr. Maria van Salingen in vrijwillig verwin overgegeven al haar gerede en ongerede goederen onder Wijchen in het Rijk van Nijmegen gelegen, en in specie huis met annexen hof en land en een morgen bouwland genaamd "den Heijligen Stoel", mitsgaders een personele obligatie van 100 gld. met alle daarop verlopende interest .
Er zijn veel schulden na het over lijden van Jan Peters, getuige de volgende staat die 4-5-1724 wordt opgemaakt. Staat van het achterwezen dat het burgerweeshuis van Nijmegen competeert van het verkochte goed van Jan Michelen tot Wijchen gelegen. Het kapitaal bedraagt 350 gld. Achterstallige rente van 3-7-1711 tot 3-7-1716 alleen op 5 jaar gesteld conform het landrecht tit.27 art.24, komen te bedragen tegen 6% volgens de teneur van de vestbrief 105-0-0. Kosten tot het verwin incluis bedragen zoals bij de deductie te zien is 73-4-0. Totaal 528-4-0.
De interest van deze 528-4-0 wordt gerekend van 3-1-1720 tot 1-5-1724 zijnde de dag van de depositie van de kooppenningen volgens het landrecht tit.13 art.2 tegen 6% en bedraagt over deze 4 jaren 4 maanden min 3 dagen 137-6-0. De kosten gevallen over het formeren en indienen van de schriftelijke deductie bedragen volgens rekening van de proc.Oorschot 45-0-0. Aan de ontvanger IJsseldijk wegens de verponding en dorpslasten van 't voorschreven goed betaald 8-12-12. Totaal 719-2-12.
Hierop is door het gasthuis ontvangen sedert 2-12-1723 tot 19-2-1725 tezamen 120-0-0. Resteert 599-2-12. Bovenstaande somme van 599 gulden, 2 stuivers en 12 penningen zijn mij als onderschr. in kwaliteit als boekhouder van 't voorm. gasthuis door de heer landschrijver Verbold, voldaan. garanderende zijn Weled. mits dezen qq voor alle maningen en onkosten, zo en ingevolge als die aan zijn Weled. hier over mochten worden aangedaan alles naar rechten, zonder arg of list. Nijmegen 19-7-1725. Getekend Petr. Beeckman qq . Er volgt een uitgebreide specificatie van alle schulden en opbrengsten door veiling (op 20-12-1723) van de goederen. Twee percelen brengen resp. 590 en 705 gulden op. Uiteindelijk is alles met Maria van Salingen afgerekend op 11-5-1724. Op 10-11-1724 wordt Jenneke nog eens "met besaat" aangesproken in haar gerede en ongerede goederen onder Wijchen door Juffr. Johanna de Haardt wed. van wijlen Cornelis Walravens. Blijkbaar was zij nog steeds niet schuldenvrij.
Kinderen, waarvan de namen via de vrouwelijke lijn zijn doorgegeven:
Gedoopt (RK) te Wijchen op 30 april 1686, zoon van Jenneken Roelofsdr Hoefs en Jan Petersz Michielen. Hij werd begraven te Rotterdam 11 mei 1719.
Na de ondertrouw op 18 april 1715 huwde hij op 5 mei 1715 te Rotterdam met Janneke BUS, 'jongedochter van Doesburg'. Zij werd begraven te Rotterdam op 15 december 1719.
Kinderen:
Roelandt Hoes en Janneke Bus e.l. won. in de Kipstraat maken 1-5-1719 een mutueel testament . Matheus Mons en Dirck Vos begrafenisbidder alhier, tot voogden benoemd over de minderjarige kinderen van Jenneke Bus wed. Roeland Hoes, wonende achter 't Clooster . Op 13-12-1719 wordt Mattheus Mons volgens testament van wijlen Janneken Bus in haar leven wed. Roelandt Hoes, gepasseerd op 7-12-1719 voor Jacob Vinck, gesteld tot voogd over haar minderjarige nagelaten kinderen. Dirck Vos is op zijn verzoek ontslagen als voogd en in zijn plaats wordt Hendrik Hoes op verzoek van Matheus Mons benoemd.
Gedoopt te Wijchen op 30 oktober 1695, zoon van Jenneken Roelofsdr Hoefs en Jan Petersz Michielen. In het Stadstrouwboek van Rotterdam staat achter zijn naam vermeld "jongeman van Wieche bij Nijmegen". Hij overleed op 30 september 1762 en werd begraven in Hillegersberg op 2 oktober 1762.
Na de ondertrouw op 2 mei 1723 huwde hij op 16 mei 1723 te Rotterdam voor de kerk met Gertrudis (Geertruijd) BUIJSING, 'jongedochter wonende te Rotterdam'. Gedoopt te Rotterdam op 19 juni 1691, dochter van Hendrik Jansse Buijsing en Barbara Klaes Vermeulen. Zij is begraven te Rotterdam op 6 augustus 1732.
Op 19 oktober 1732 hertrouwde Hendrik Hoes(t) te Rotterdam met Cornelia van DORT, gedoopt (RK) te Rotterdam op 7 januari 1695, dochter van Adrianus van Dort en Joanna Wittenbrink (Wittenbreng). Zij overleed vóór haar man.
De ondertrouw had plaats op 3 oktober 1732 en zijn naam wordt dan geschreven als "Hendrik HOOS", weduwnaar.
Hij was van beroep "stadskarreman" (stadskar = tweewielige wagen waarmee het koren naar de molen en de mout naar de brouwerij wordt gebracht) en koetsier van Hendrik Broukman (1719 -1722).
Kinderen:
Bij de doop van Henricus Hoes heten de ouders Henricus Hoest en Gertrudis Buijzing. De variant HOEST komt in die tijd in de grote steden (Leiden, Gouda, Delft, Rotterdam, e.d.) veelvuldig voor.
Op 9 augustus 1737 maken Hendrik Hoes en Cornelia van Dort een testament. Ze wonen dan op de Goudse Cingel over de Schouw. Voogden over kinderen uit het 1e huwelijk van Hendrik zijn: Gerrit Hoes, broer en Nicolaes Buising zijn zwager (ONA Rotterdam inv.nr. 1972 f.437).
Hendrik Hoes wordt 3-9-1732 volgens testament van Geertruijt Buijsing, zijn overleden huisvrouw gepasseerd 14-4-1724 voor Philips de Custer, gesteld tot voogd over hun gezamenlijke kinderen.
Hendrik Hoes, stadskarreman en Cornelia van Dort, e.l won. aan de Goudse Singel over de Schouw, testeren op 9-8-1737. Hij benoemt zijn vrouw en zijn twee kinderen uit voorgaand huwelijk tot erfgenaam, alsmede de nog te verwekken kinderen. Zij benoemd haar man tot erfgenaam. Voogden moeten worden Gerrit Hoes en Nicolaes Buijsing zijn broer en zwager.
Geboorteplaats en datum zijn niet bekend, doch zijn geboortejaar kan rond 1700 geplaatst worden. Zoon van Jenneken Roelofsdr Hoefs en Jan Petersz Michielen.
Evenals bij zijn broer Hendrik staat ook achter zijn naam in het Stadstrouwboek Rotterdam met een kleine variant vermeld "jongeman te Eijchen bij Nimmegen".
Hij werd begraven te Rotterdam op 27 oktober 1741 en woonde toen in de Breestraat.
Van beroep was hij "kelderknegt" (= bediende van een wijnkoper).
Na de ondertrouw op 24 april 1727 huwde hij (pro deo) op 11 mei 1727 te Rotterdam met Emerentia VERHEVEN. Zij werd gedoopt (RK) te Rotterdam op 23 januari 1701, dochter van Willem Jacobs Verheven en Emmetje Jacobs van der Wolff. Zij overleed te Schiedam op 4 april 1775.
Kinderen:
Op 2 augustus 1737 en 18 oktober 1740 werden levenloos nog twee kinderen geboren en begraven te Rotterdam.
Na het overlijden van haar man (1741) hertrouwde Emerentia op 4 december 1742 met Lodewijck Luckers, jongeman uit Westphalen. Dit echtpaar is diverse malen doopgetuigen bij de doop van hun kleinkinderen (zie III.a).
Gerrit Hoes, kelderknecht in de Brouwerij genaamd "de Paeuw" en Amerentia Verheven echtelieden, wonende in de Breestraat maken 22-12-1733 een testament. Ze herroepen en vernietigen eerdere testamenten. Amerentia Verheven is 15-11-1741 volgens testament van wijlen Gerrit Hoes, haar overleden man, gepasseerd op 22-12-1733, gesteld tot voogdes over hun kinderen.
Gedoopt te Rotterdam op 10 december 1729, dochter van Gerrit Hoest en Emerentia Verheven.
Zij overleed te Schiedam op 17 september 1790.
Na de ondertrouw op 11 juni 1751 huwde zij op 27 juni 1751 te Rotterdam met Willem FRANSE, gedoopt te Schiedam op 13 mei 1730, zoon van Jan Franse en Johanna Schouten. Hij overleed te Schiedam op 5 november 1784.
Kinderen uit dit huwelijk,geboren in Schiedam: Johanna (gedoopt 21 oktober 1751), Gerrit (gedoopt 31 augustus 1753), Joannes (gedoopt 10 december 1755) en Catharina (gedoopt 3 november 1758) Franse.
Gedoopt te Rotterdam op 1 januari 1735, zoon van Gerrit Hoets en Emerentia Verheven.
Zijn overlijden is onbekend
Na de ondertrouw op 17 oktober 1765 huwde hij op 16 februari 1766 te Rotterdam met Geertruij BAAS, gedoopt (gereformeerd) te Lexmond op 6 maart 1740, dochter van Gerrit Petersz Baas en Grietje Nijsse ter Louw. Zij overleed te Schiedam op 8 maart 1781.
Zij hertrouwde te Rotterdam met Antonij Kins, jongeman van Münsterland.
Kinderen (katholiek gedoopt):
Terug naar: